Wat zijn richtlijnen, aanbevelingen, consensussen, standpunten en procedureprotocollen?
Klinische richtlijnen zijn “systematisch” ontwikkelde aanbevelingen. Klinische richtlijnen beschrijven de minimale zorg die een gynaecoloog moet verlenen in gemiddelde omstandigheden. Deze richtlijnen zijn louter als advies bedoeld. Bepaalde omstandigheden kunnen het voor de gynaecoloog noodzakelijk maken om van een richtlijn af te wijken. Dat kan onder meer het geval zijn wanneer een gynaecoloog tegemoet moet komen aan de objectieve noden en/of subjectieve behoeften van een individuele patiënte. De groep die de richtlijn heeft ontwikkeld, moet vertegenwoordigers van alle relevante beroepsgroepen en belanghebbenden omvatten. De meningen en voorkeuren van de patiënten moeten beschreven zijn. Voor publicatie moet een klinische richtlijn een externe beoordeling door een expert panel ondergaan. Er moet rekening gehouden worden met de potentiële organisatorische belemmeringen bij de toepassing van de richtlijn. De richtlijn moet op voorhand uitgetest zijn onder de uiteindelijke gebruikers. Er moet rekening gehouden worden met de potentiële economische implicaties van het toepassen van de richtlijn. Een richtlijn moet niet alleen gepubliceerd worden, ze moet ook getoetst, verspreid, geïmplementeerd en aanvaard worden. Toetsing is zeker nodig om te vermijden dat op meerdere fronten onafhankelijk en onwetend van elkaar verschillende (en mogelijks tegenstrijdige) richtlijnen over hetzelfde probleem worden ontwikkeld.
Aanbevelingen kunnen soms alleen op autoriteit of alleen op consensus gebaseerd zijn. Waar mogelijk, moeten zij vervangen worden door evidence based richtlijnen.
Procedureprotocollen mogen niet verward worden met richtlijnen, alhoewel ze vaak van een richtlijn zijn afgeleid. Protocollen zijn specifieker en gaan meer in op de organisatorische context. Beleid op instellingsniveau kan er soms toe leiden dat volledige lokale toepassing van een richtlijn niet mogelijk is. Daar waar richtlijnen aangeven wat er moet gedaan worden, beschrijven protocollen vooral hoe dat moet gedaan worden. Protocollen worden daarom doorgaans lokaal geformuleerd, waarbij men rekening houdt met de mogelijkheden en de beperkingen van de praktijk.
Standpunten hebben een veel beperktere reikwijdte dan richtlijnen. Een standpunt geeft een voorlopig advies hoe gehandeld moet worden in situaties waar mogelijks nog onvoldoende wetenschappelijke gegevens voorhanden zijn. Een standpunt kan daarom door een beperkte groep als een voorlopig advies opgemaakt worden, terwijl een richtlijn ter stemming aan de volledige beroepsgroep moet worden voorgelegd. Een richtlijn is immers een binnen de medische beroepsgroep “overeengekomen” gedragslijn voor gepaste zorg en kan daarom niet extern opgelegd worden.